Hermes Trismegistus: inleiding, teksten, commentaren (Pimander, 15) - Tapa dura

In de serie ‘Pimander. Texts and Studies published by the Bibliotheca Philosophica Hermetica’ zijn inmiddels twee hermetische hoofdwerken verschenen, Corpus Hermeticum en Asclepius. Als derde grote hermetische teksteditie volgt nu Hermes Trismegistus. Inleiding, Teksten, Commentaren, door Roelof van den Broek.
Naast de al bekende hermetische fragmenten uit de anthologie van Stobaeus (vijfde eeuw) en de berichten in de latere Griekse en Romeinse literatuur zijn tevens belangrijke recent ontdekte teksten opgenomen, die nu voor het eerst in het Nederlands vertaald en toegelicht worden: de Weense fragmenten, de Hermetica van Oxford en de Definities van Hermes Trismegistus. Als laatste nieuw ontdekte tekst volgt De Inwijding in de achtste en de negende sfeer (Nag Hammadi, 1945). Met name deze tekst is van groot belang voor onze kennis van het Hermetisme. De veelbesproken vraag of er in de eerste eeuwen van onze jaartelling hermetische gemeenschappen bestonden met inwijdingen, gebeden, hymnen, maaltijden en riten is door deze tekst weer bijzonder actueel geworden.
De uitgebreide inleiding biedt een toegankelijk overzicht van het karakter van het Hermetisme in de Oudheid en de opvattingen die in de hermetische teksten worden uitgedragen.

Roelof van den Broek (1931) studeerde theologie in Utrecht en promoveerde in 1972 op een proefschrift over de vogel feniks in de klassieke en vroegchristelijke literatuur. Na een periode als leraar in Nijmegen en studentendecaan in Amsterdam, was hij vanaf 1970 in verschillende functies verbonden aan de Universiteit Utrecht, het laatst als hoogleraar in de geschiedenis van het christendom. Hij publiceerde o.m. De taal van de Gnosis (1986), Corpus Hermeticum – samen met G. Quispel – (1990), Studies in Gnosticism and Alexandrian Christianity (1996) en Hermes Trismegistus. Inleiding, Teksten, Commentaren (2006) Hij was een van de redacteuren van Dictionary of Gnosis and Western Esotericism (2005), waarvoor hij ook veel bijdragen schreef. Hij is lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen en ontving in 1999 een eredoctoraat van de Sorbonne (École Pratique des Hautes Études, Parijs).